Sjaak Swart omhelst Noa Lang bij Oranje: rivaliteit maakt even plaats voor warmte

Sjaak Swart omhelst Noa Lang bij Oranje: rivaliteit maakt even plaats voor warmte sep, 12 2025 -0 Reacties

Een Ajax-icoon dat ‘Ik hou van je’ zegt tegen een PSV-vedette — dat zie je zelden

Op de KNVB Campus in Zeist gebeurde iets wat het Nederlandse voetbal samenvat in één beeld: Ajax-legende Sjaak Swart, 86, die PSV’er Noa Lang omhelst en “Ik hou van je, topper!” zegt. Geen cynisme, geen sneren over de titelstrijd. Gewoon warmte. Lang stapte met een brede grijns op Mister Ajax af en vroeg plagerig: “U bent toch niet boos op mij?” Het was precies de juiste toon na een seizoen waarin PSV de landstitel greep en Ajax een knauw kreeg. Rivaliteit hoort erbij, maar bij Oranje telt iets anders: respect en kameraadschap.

Het moment speelde zich af tijdens een trainingsdag van de nationale ploeg. De begroeting was kort, de boodschap groot. Swart had geen enkele behoefte om de clubkleuren te benadrukken. Hij zette eerder de toon die de KNVB graag ziet in Zeist: verbinding tussen generaties, spelers en clubs. In de wandelgangen werd gelachen en bijgepraat; Memphis Depay maakte een praatje, Ronald Koeman plaagde Swart over z’n appjes. Het was luchtig en typisch Nederlands voetbalcafé — alleen stond nu de beste spelersgroep van het land op het veld.

Langs de lijn werd nog even gegrapt over de titel. PSV was dit jaar het sterkste, Ajax had het zwaar. Dat schuurt, zeker voor een clubman als Swart. Toch liet hij zien dat het shirt van Oranje zwaarder weegt dan elke clubliefde. De glimlach bij Lang — opgeleid bij Ajax, doorgebroken via Club Brugge en sinds vorig jaar in Eindhoven — zei genoeg. Dit ging niet om ‘wij tegen zij’, maar om het gevoel dat iedereen herkent die ooit een Oranje-wedstrijd met kippenvel keek.

Zeist als kruispunt van generaties: van Mister Ajax tot Koeman’s Oranje

De aanwezigheid van Swart en andere oud-internationals, onder wie Kees Kist, was geen toeval. De KNVB nodigt vaker oudgedienden uit om de band tussen verleden en heden tastbaar te maken. Kist, Europees topschutter in 1979, en Swart, recordhouder qua duels voor Ajax en boegbeeld van de jaren zeventig, brengen verhalen mee die je niet uit een schema of data-analyse haalt. Dat weegt door bij een groep waarin spelers elkaar vooral kennen als tegenstanders in de Eredivisie of de Champions League.

Swart deed ook voor de camera’s van NOS waar hij al decennia om bekendstaat: hij zei gewoon wat hij vindt. Nederland moet aanvallend durven spelen, vond hij, zoals grote Europese ploegen dat doen. Niet achterover hangen, maar initiatief nemen. Hij koppelde dat meteen aan vertrouwen in Ronald Koeman: die pakt deze groep wel aan. Dat past in de Nederlandse voetbaltraditie. Generaties lang is 4-3-3 en vooruit verdedigen het uitgangspunt, van Michels tot Van Gaal en Koeman. De nuance zit ‘m in de uitvoering: met de spelers van nu kun je net zo goed variëren in systemen en toch dapper blijven spelen.

Voor Lang was de ontmoeting meer dan een vriendelijke groet. Hij is een speler met branie, iemand die het publiek wil vermaken en die clubvlaggen durft te laten wapperen — iets wat ‘m met regelmaat aandacht oplevert, gewenst en ongewenst. Maar hij kent ook de codes van Zeist. Bij Oranje smelt het clublogo weg en is hij gewoon een schakel in de aanvalslijn. Dat hij zichzelf even klein maakte tegenover een 86-jarige clublegende, typeert hem. En ja, hij hoorde de transfergeruchten al wel: in elke zomer fonkelen er buitenlandse clubs. Voor nu is het simpel: fit worden, renderen, en laten zien wat hij kan in het oranje shirt.

De context maakt het moment nog rijker. PSV werd kampioen, Ajax had een seizoen vol bochten en barsten. De oude spanningsboog — Eindhoven tegen Amsterdam — had dit jaar niet veel drama nodig om scherp te staan. Daarom voelde de omhelzing tussen Swart en Lang als een korte, stille boodschap van normaliteit: de competitie is voorbij, hier begint iets anders. En dat iets heet Oranje.

Swart is niet zomaar een oud-speler die af en toe in beeld komt. Mister Ajax is een levende tijdcapsule: de gouden jaren, de Europese triomfen, de vaste plek op de tribune. Hij heeft meer Ajax-duels in de benen en in het geheugen dan menig fan op YouTube kan terugkijken. Als hij zegt dat Nederland vooruit moet voetballen, dan resoneert dat bij spelers die zijn naam leerden op de jeugdvelden. Het is geen tactisch whiteboard, het is een cultuurstatement.

Koeman zal er niet slechter van worden. Een groep die zichzelf herkent in een groter verhaal — aanvallen, lef, kwaliteit — traint anders. De bondscoach staat bekend om zijn nuchtere benadering: helder in taken, weinig poeha, maar wel duidelijke lijnen naar voren. Met creatieve aanvallers en loopvermogen op het middenveld kun je druk zetten en kansen afdwingen. Dat is precies het profiel waarbij spelers als Lang belangrijk worden: ze breken compacte defensies open, trekken tegenstanders uit positie, forceren fouten.

Lang zelf had bij PSV een jaar met pieken en pechmomenten. Het ritme werd niet altijd beloond met een lange reeks wedstrijden, maar de titel is er, en dat kleeft aan je reputatie. In Zeist is dat niet beslissend, maar het geeft wel zelfvertrouwen. Het helpt ook in de hiërarchie van de groep: wie prijzen heeft gepakt, neemt dat aura mee de kleedkamer in. Tegelijkertijd zie je bij Oranje dat sterrenstatus snel vervliegt. Wie het vandaag laat zien op de training, zit morgen dichter bij een basisplaats.

De oude vetes verdwijnen in Zeist sneller dan je denkt. Het is al jaren zo: rivalen in de competitie, ploeggenoten onder de vlag van de leeuw. Vraag het aan elke generatie. Of het nu Ajacieden, Eindhovenaren of Rotterdammers zijn — het gedeelde doel is simpel. Winnen. Het verklaart waarom die knuffel tussen een icoon van Ajax en een smaakmaker van PSV niet aanvoelde als een uitzondering, maar als een bevestiging. Dít is het Oranje-ritueel: iedereen komt binnen met z’n clubverhaal, iedereen gaat weg met dezelfde missie.

Dat Koeman Swart even plaagde over z’n trage app-gedrag, past bij de toon van de dag. Alles is net wat minder geënsceneerd, minder broos. Er wordt volle bak getraind, maar er is ruimte voor humor en lichtheid. De staf wil een groep die elkaar vertrouwt, die tegen een stootje kan, en die op de wedstrijddag in vijf minuten kan omschakelen van gezellig naar genadeloos. Het helpt als er mensen rondlopen die de geschiedenis van het shirt belichamen. Ze herinneren iedereen eraan waarom ze hier staan.

Daarom bleef die korte dialoog tussen Lang en Swart hangen. Een vraag met een knipoog. Een antwoord dat groter was dan de woorden. Het beeld van twee generaties die elkaar vinden buiten de bubbel van de competitie. Voor de buitenwereld: een leuk fragment voor de socials. Voor de ploeg: een signaal dat de lijnen doorlopen — van toen naar nu, van club naar land, van persoonlijke glorie naar gezamenlijke ambitie.

De komende weken draaien voor Oranje om scherpte, fitheid en keuzes. Welke aanvallers passen het beste bij elkaar? Hoeveel risico neem je tegen tegenstanders die zelf gokken op de omschakeling? Antwoorden zitten in kleine dingen: de intensiteit op de training, het lef om in de kleine ruimte te voetballen, het vermogen om na balverlies direct te jagen. Het is precies de mentaliteit waar Swart op doelde en waar Koeman op hamert. En het is de mentaliteit die spelers als Lang kunnen belichamen als het erom spant.

Wie Zeist uitrijdt, ziet de bosrand en de stilte. Binnen die hekken is de ruis van de Eredivisie even weg. Geen gefluit bij een uitvak, geen headlines over de ranglijst. Alleen de bal, het plan en de groep. Op zo’n dag is een omhelzing soms genoeg om het hele verhaal te vertellen.

0 Reacties

Schrijf een reactie